Menu

De wet van Murphy en waarom ik geen oliebollen ben gaan eten.

Vossenrit verslag van zondag 18-dec-2016 door Johan Rimmelzwaan.

Vorige week had ik tijdens het modderbad van PKK uitzetters slechts 2 controles van de 4. Niemand van de deelnemers had er 4, hoogstens 3. Wat klopt hier niet ? Maar vandaag, zondag 18-12-2016 wilde ik weer eens flink scoren. De banden gecontroleerd en tot 8 atmosfeer opgepompt, remmen nagelopen, ketting met speciaal kettingvet ingespoten, kortom mens en machine verschenen optimaal aan de start. Bovendien had ik het onverwachte voordeel, dat we als eerst mochten starten (veteranen). Dan word je onderweg wel door iedereen ingehaald, maar dat zijn daarna voor mij richtpunten. Het vereenvoudigt het zoeken naar de pijlen, want dat doen die snelle jongens en dames voor mij.

Helaas na 10 km vielen al mijn dromen en tactische overwegingen in duigen. Opeens had ik een lekke band, ik bedoel mijn fiets. Achterwiel eruit, bandenwippers gepakt, binnenband eruit, buitenband gecontroleerd op ongerechtigheden, niets gevonden. Binnen band gecontroleerd. Bleek “stootlek” te zijn, sommige noemen dat een “snake bite”. Dus de algemene theorie, bij 8 atm. rijdt je nooit stootlek, ook niet als je 80 kg weegt, klopt niet.

Nieuwe binnenband gepakt en om een paar slagen lucht er in te doen, wilde ik mijn HP Zefal pakken. (HP betekent geen Harde Porno maar High Pressure, voor de liefhebbers onder ons.) Gloeiende, gloeiende, mijn dure fietspomp is verdwenen, gestolen, verloren ???? Maar gelukkig, omdat we als eerste gestart waren, kwamen er veel vossenjagers langs. Daar heb je dus niets aan, die denken alleen maar, zo weer een concurrent minder. Feitelijk beschikken ze over de juiste wedstrijd mentaliteit.

Eindelijk, Toke Z. was bereid haar pomp af te staan, maar reed snel weer, zonder pomp, verder.Alleen was ik vergeten de handleiding er bij te vragen, dom, dom, dom.Want wat ik ook probeerde, ik kreeg geen lucht in mijn band.Thuis ontdekte ik pas hoe de pomp aan het werk gezet moest worden, maar zo ver was ik nog lang niet.Ook Kees v. K. zag me tobben en bood spontaan zijn hulp aan. Kees had een mooie, prachtige, duur uitziende pomp bij zich met een slangetje dat je op het ventiel moest draaien. Maar ook daar kregen we geen lucht mee in de binnenband. Hoe bestaat het, 2 prachtige pompen in de aanbieding en niks lukt er.

Kees boodt ten einde raad aan, zelf naar Velo te fietsen en dan met zijn Volvo station mij op te komen halen. Dit ging mij veel te ver en maakte hem duidelijk dat hij lekker verder moest gaan fietsen en dat het mijn probleem was. Na hem nogmaals bedankt te hebben, vervolgde hij zijn weg en probeerde ik de weg naar huis te vinden in Den Haag. Ik was van plan naar de doorgaande autoweg te lopen en dan mijn vrouw te bellen om me op te halen.  Zal je net zien, nergens een naambordje te bekennen. Verder lopen dan maar.

Bij een kruispunt aangekomen, sta ik voor de stoplichten te wachten komen er van de andere kant 4 jonge dames op een racefiets aanrijden. Ik vraag of ze soms een fietspomp bij zich hebben. Nee dat niet, maar ze had wel “een bommetje in haar doos.” De 3 andere meiden keken haar aan, van wat zegt ze nu, en ik reageerde heel neutraal door te zeggen dat ik nu even niet in was voor zulke grappen. Bleek ze te bedoelen dat ze een CO2 patroon in haar bidon had zitten. Ze pakt hem, ik druk hem op het ventiel, totaal geen reactie. Oh, dat zou kunnen, dan had ze hem al een keer eerder gebruikt. De volgende patroon dan.

Ze schroeft er een verloop stuk op en tegelijkertijd gaat dat ding sissen en blazen en verschenen er witte wolken bij haar hand. Oh, roep ze zwaaiend met haar hand in de lucht, help, mijn hand bevriest. Ja, roepen haar vriendinnen, je moet die patroon steviger aandraaien. Met een paar wilde armgebaren lukt dat,  maar nu zitten er een paar vingers vastgevroren aan de patroon. Hoe verzin je het en krijg je zo iets voor elkaar.  Gelukkig na een paar seconden waren ze weer los.Hierna was het oppompen van de band een fluitje van een cent. Het gaat razend snel. Best handig die dingen. Wel was nu mijn ventiel bevroren. Ik vraag wat het kost. Niets, want van de Zalm uit Naaldwijk bestaat niet meer. 

Na ze nogmaals bedankt te hebben, wil ik op mijn fiets stappen en begint er een nieuwe ellende. Er zitten 2 knopen in mijn ketting. Hoe kan dat nu weer? Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt. Na wat “achteruit gebeden” te hebben, het wiel er weer uitgehaald, ketting beetgepakt en verdomd, de knopen gingen na enig geworstel  er uit.

Het was inmiddels half twaalf geworden en ik had pas 10 km gefietst. Omdat mijn handen tot aan de polsen dik onder het vet zaten, besloot ik linea recta naar huis te fietsen. Kwart voor twaalf was ik thuis. Nog nooit in mijn FTCW leven heb ik een vossenrit afgebroken om naar huis te gaan. Eens moet de eerste keer zijn. Ik heb fijnere eerste keren meegemaakt. 

Johan Rimmelzwaan